Uw kat is met een half jaar al geslachtsrijp. Dan kan hij zich dus voortplanten. Wilt u dat niet? Laat dan tijdig uw kat castreren.
Waarom moet ik mijn kat castreren?
Een gecastreerde kat is minder territoriaal en agressief. Daardoor zal hij minder vechten en ook minder vechtwonden oplopen. Deze wonden kunnen uitlopen op een abces, maar uw kat kan ook ergere infecties oplopen, zoals kattenaids (FIV) of kattenleukemie (FELV).
Daarnaast heeft een niet-gecastreerde kater de vervelende gewoonte om zijn territorium af te bakenen met urine. Dit noemen we ook wel ‘sproeien’. Dat sproeien doet hij ook binnenshuis!
Ten slotte wilt u als katteneigenaar niet plotseling verrast worden door een nestje met jonge katjes. Er zijn ten slotte al genoeg katten in de asielen van Nederland! Als u niet van plan bent om met uw kat te gaan fokken, laat dan uw kat castreren.
Op welke leeftijd moet ik mijn kat castreren?
Laat uw kat castreren als hij 6 maanden oud is. Dan zijn bovengenoemde gedragspatronen nog onvoldoende ingesleten. Bij een kat die gecastreerd is rond zijn 6e maand, kunnen we vervelend gedrag vaak voorkomen.
Castreren kat: hoe gaat de operatie in zijn werk?
De dag voor de ingreep mag uw kat vanaf 18.00 uur niets meer eten. Water drinken mag wel. Op deze manier is hij de volgende ochtend nuchter en kan hij onder narcose gaan.
Wanneer u met uw kat op de praktijk komt, zullen wij hem eerst onderzoeken. Zo weten wij zeker dat uw kat fit genoeg is voor de ingreep.
Als uw kat slaapt, maken we een klein sneetje, leggen knoopjes in de zaadstreng en halen de balletjes weg. De wond die ontstaat, hechten wij niet. Dat lijkt raar, maar deze kleine wondjes genezen het mooist en het snelst als we dat niet doen.
Uw kat zal heel snel weer de oude zijn. Mocht hij echter aan de wond likken of krabben, of vermoedt u een infectie, neem dan altijd contact met ons op.
Wat zijn de nadelen van een kat castreren?
Het belangrijkste nadeel van het castreren van een kat, is dat zijn eetlust hetzelfde blijft, maar zijn stofwisseling minder snel gaat. Met andere woorden: als u uw dier dezelfde hoeveelheid voer geeft, dan wordt hij dik.
Geeft u uw gecastreerde kater wat minder te eten en kan hij regelmatig zijn benen strekken, dan zal hij gewoon op gewicht blijven.
Ten slotte: een kat castreren betekent niet dat hij direct onvruchtbaar is!
Laat uw kat castreren, maar houd hem daarna nog ongeveer 3 weken binnen.
De eerste 3 dagen na de narcose kan hij namelijk wat gedesoriënteerd zijn. Dan kan het zijn dat hij verdwaalt als hij naar buiten gaat. Bovendien is het goed om de wond een dag of 5 rust te geven.
Na 3 weken weten we zeker dat uw dier niet meer vruchtbaar is. U kunt hem dan met een gerust hart weer naar buiten laten.
Heeft u vragen over het castreren van een kat? Neem dan contact met ons op.